Als je een vakantie op Curaçao viert dan kun je er natuurlijk voor kiezen om je te beperken tot strandbezoek en vooral rond je eigen accommodatie verblijven. Veel mensen gaan er echter toch op uit om het nodige van het eiland te zien. Gelukkig maar, want dat is natuurlijk dé manier om Curaçao echt een beetje te leren kennen. Curaçao heeft geen grote lijst aan bezienswaardigheden, maar er is wel voor ieder wat wils. Kinderen vermaken zich vooral prima op de Struisvogelfarm of in het Curaçao Sea Aquarium. Voor museumliefhebbers zijn er vooral in Willemstad een paar musea die zeker de moeite waard zijn en natuurliefhebbers kunnen met name in het Christoffelpark hun hart ophalen.
Op deze pagina beschrijven we een aantal bezienswaardigheden op Curaçao die de moeite waard zijn en die nog niet elders op deze site beschreven zijn zoals bijvoorbeeld de landhuizen.
Fort Nassau
Toen de Nederlandse kolonisten de macht hadden op Curaçao, bouwden zij boven het Schottegat Fort Republiek. Dat geschiedde in het jaar 1797. Het verdedigingsfort heeft niet kunnen voorkomen dat de Engelsen het tien jaar later veroverden. Die hebben er niet zo lang plezier van gehad. In 1816 werd Fort Oranje Nassau, zoals het toen ging heten, teruggegeven aan de Nederlanders. De fortificatie is redelijk goed intact gebleven en wordt goed onderhouden. Dat hier onder andere een restaurant gevestigd is, zal zeker bijdragen in het behoud van het fort. De belangrijkste om in Restaurant Fort Nassau te eten, is het waanzinnige uitzicht dat je hebt. Dankzij de ligging op 68 meter boven de zeespiegel, kun je vanaf deze plek zowel uitkijken op Willemstad als op de haven en de raffinaderij.
Ook zonder het restaurant te bezoeken kun je van hieraf genieten van het panoramische uitzicht. Zorg wel dat je met de auto (of taxi) hier naartoe reist. Te voet vanuit Willemstad is niet de beste optie.
Struisvogelfarm
Vooral met kinderen is een uitje naar de Ostrich Farm een succesvolle onderbreking van een strandvakantie op Curaçao. De struisvogelfarm die bij het dorp Santa Catharina ligt, is de allergrootste in de Caribbean. Als je de struisvogelfarm bezoekt, dan krijg je een rondleiding over het terrein die ongeveer 45 minuten duurt. Deze wordt uitgevoerd met een stoere safaritruck. Deze auto’s zijn half open. Dat is wel iets om rekening mee te houden bij slechter weer. Koel zal het dan niet zijn, maar nat kan het wel worden. Tijdens de tour krijg je aller te horen over de struisvogels en wat er gedaan wordt met deze dieren. Het belangrijkste doel dat ze dienen is het leveren van vlees en eieren. Verder wordt bijna alles van het dier gebruikt. Leuke momenten tijdens een bezoek aan de struisvogelfarm zijn het voederen van de dieren en het staan op een echt struisvogelei.
In het bijbehorende restaurant Zambezi kun je struisvogelproducten eten, zoals een biefstuk van struisvogelvlees of een omelet van struisvogelei.
Christoffelpark
In het noordwesten van Curaçao ligt een nationaal park: het Christoffelpark. De naam van het park is afgeleid van de Christoffelberg. Met een hoogte van 377 meter boven zeeniveau is dit het hoogste punt van het eiland. Het hedendaagse Christoffelpark bestaat uit drie voormalige plantages: plantage Savonet, plantage Zorgvlied en plantage Zevenbergen. Je kunt het bijna tweeduizend hectare metende natuurgebied op verschillende manieren ontdekken. De vier autoroutes en maar liefst acht wandelroutes zijn de meest geliefde manieren om dat te doen. De meest uitdagende hike is die waarbij je de Christoffelberg beklimt. Vanwege de hitte en de zwaarte van deze wandeling, moet je voor 10 uur in de ochtend aan deze tocht begonnen zijn. Wie de warmte een beetje wil ontlopen, die kan al om 6 uur ’s morgens het park binnen.
De flora en fauna in het Christoffelpark is meer divers dan elders op het eiland. Het landschap bestaat door het aride klimaat van Curaçao vooral uit struiken en cactussen. Verschillende diersoorten voelen zich hier prima in thuis, zoals het Curaçaose konijn, het Curaçaose witstaarthertje en verschillende soorten reptielen.
Het Curaçaosch Museum
Curaçao telt geen groot aantal musea. De musea die er wel zijn, zijn over het algemeen de moeite waard. Het oudste museum van het eiland ligt aan de westelijke kant van Willemstad: het Curaçaosch Museum. Hier krijg je verschillende facetten van het eiland te zien: kunst, geschiedenis en cultuur worden binnen de verschillende expositieruimtes met elkaar verbonden.
Wie denkt dat het museum in een landhuis gevestigd is, die moeten we teleurstellen. Hoewel het pand zeker architectonische overeenkomsten kent met de voormalige plantagewoningen, kent dit gebouw een andere historie. Het is in 1853 gebouwd door luitenant der genie P. Boer als een Quarantaine Hospitaal. De indrukwekkende trap is pas honderd jaar later toegevoegd, toen het bouwwerk als museum ingericht werd.
Enkele hoogtepunten binnen de museumcollectie zijn een gebrandschilderde kaart van Nederlands-West-Indie, het carillon “De Vier Koningskinderen” aan de achtergevel van het Curaçaos Museum en de Fokker PH-ISA alias ‘De Snip’. Dit vliegtuig is gemodificeerd om de lange afstand tussen Nederland en Curaçao te kunnen overbruggen. De eerste vlucht heeft het eiland via een stop in Paramaribo bereikt. Dat was in december 1934.
Landhuis Chobolobo
Curaçao kent meerdere zogenaamde landhuizen. Deze plantagehuizen zijn een belangrijk erfgoed die doen herinneren aan de tijd van de plantages en de slavernij. Tegenwoordig hebben veel landhuizen op Curaçao een andere functie gekregen. Bijvoorbeeld als restaurant of hotel. In Landhuis Chobolobo is een kleine fabriek gevestigd. Specifieker nog: een distilleerderij. Hier worden allerlei soorten likeur geproduceerd. De meest bekende likeur die hier gestookt wordt is Blue Curaçao. Deze blauwe likeur wordt gemaakt van de bittere sinaasappels uit Sevilla. In Nederland wordt Blue Curaçao door de Amsterdamse firma Bols gemaakt. Wie het origineel wil proeven, die kan dat doen hier op het eiland.
Grotten van Hato
Curaçao was ooit bewoond door de Arawak indianen. De Arawakken hebben zich tegen het einde van de middeleeuwen over een redelijk deel van het Caribisch gebied verspreid. Wanneer ze exact op Curaçao terecht gekomen waren, is niet bekend. Men heeft het vaak over eind vijftiende eeuw dat deze indianen volop aan het reizen waren. Er zijn echter voldoende aanwijzingen dat de Arawakken al eerder op Curaçao beland waren. Dat kun je onder andere zien aan de rotstekeningen die in de Grotten van Hato aangebracht zijn. Deze aan de noordkant van Curaçao gelegen grotten vormden vroeger de woning voor indianen. Later, in de tijd van de WIC, werden de grotten door slaven als schuilplaats gebruikt.
Je kunt de Grotten van Hato bezoeken. Overdag wordt er ieder uur een rondleiding gegeven door een deel van het grottenstelsel. Er wordt door de gids uitgelegd hoe de grotten ontstaan zijn, wat ermee gebeurd is en waarom er groene aanslag aan de binnenzijde zichtbaar is. Houd er tijdens de tocht rekening mee dat het warm en vochtig is in de grotten. Buiten is het beter, ondanks dat je hier binnen beschut tegen de zon loopt.
Handelskade
De wijk Punda mag je als het historisch centrum van hoofdstad Willemstad beschouwen. Hier hebben eeuwenlang de belangrijkste commerciële en administratieve activiteiten van het eiland plaatsgevonden. Nog steeds is Punda het hart van de stad, zelfs nu andere wijken opgeknapt zijn en steeds meer in de belangstelling van toeristen komen te staan. Het belangrijkste stukje van het centrum is de Handelskade. Wie een foto van deze kleurrijke oostelijke kade aan de ingang van het Zwaaigat ziet, die zal deze meteen herkennen als een uniek stukje Curaçao. Het belangrijkste onderdeel van de architectuur is kleur. Deze typische Caribische tinten geven de Handelskade het uiterlijk dat je uit duizenden herkent. Op de plek waar vroeger vooral goederen gelost werden, staan tegenwoordig vooral terrasjes. Hierdoor is deze kade nog steeds een middelpunt in het hedendaagse leven van Willemstad.
Vroeger waren de panden aan de Handelskade overigens vooral wit getint. Op het moment dat begin 19e eeuw een lokale arts hierin een oorzaak zag voor de veel voorkomende oogproblemen bij lokale mensen, is er een verordening gekomen die stelde dat de gebouwen gekleurd moesten worden. En zo geschiedde. Inmiddels bestaat deze verordening niet meer, maar zijn de kleuren van de huizen in Willemstad nog vooral erg fleurig. Wit zul je in de straten van de stad weinig zien en op de Handelskade helemaal niet.
Flamingo's
Op de drie benedenwindse eilanden van de vroegere Nederlandse Antillen leven komen flamingo’s voor. De grootste gemeenschappen van de Caribische flamingo leeft op buureiland Bonaire. De zoutpannen die daar aan de zuidkant liggen zorgen voor voedsel voor de zalmkleurige vogels. Ook op Curaçao kun je flamingo’s in het wild spotten. De beste plek om ze te zien is bij Jan Kok. De zoutpannen die hier liggen langs de Weg naar Sint Willibrordus bieden de beste kans om flamingo’s op Curaçao te zien. Erg dichtbij zul je niet kunnen komen. Als je de dieren op de foto wilt zetten is een cameralens met flink zoombereik bijna een must.
Een rustigere plek om flamingo’s in het wild te zien is aan de Sint Michelsbaai. Hier is het rustiger dan aan Jan Kok. Het beste moment om flamingo’s te zien is vroeg in de ochtend, net na zonsopkomst.
Beth Haim
Op Curaçao bevindt zich de oudste Joodse begraafplaats van het westelijk halfrond: Beth Haim. Deze begraafplaats ligt op een bijzondere plek: tegen het terrein van de raffinaderij aan. Dat brengt je waarschijnlijk meteen op de vraag waarom er voor zo’n plek gekozen is. Als je weet dat de oudste grafsteen op Beth Haim uit het jaar 1668 stamt en de Isla raffinaderij pas in 1918 zijn deuren opende, dan heb je het antwoord. De komst van deze zwaar vervuilende raffinaderij heeft één van de mooiste plekken op het eiland voor een laatste rustplaats omgetoverd tot een locatie waar zowel de lucht als het uitzicht vervuild raakten.
Beth Haim is een gratis te bezoeken begraafplaats. Het is even zoeken naar de juiste weg. Vanaf de Schottegatweg West loopt er een doodlopende weg naar de entree van Beth Haim.
Curaçao Maritime Museum
In de westelijke hoek van de prachtige wijk Scharloo staat het Curaçao Maritime Museum. Hier leer je alles over de maritieme geschiedenis van het eiland Curaçao. Je kunt het museum op eigen houtje ontdekken. De informatie die bij de objecten staat, verklaart een hoop. Wie dat wil die kan op aanvraag deelnemen aan een rondleiding door het maritiem museum. Het museum is van 10:30 tot 15:30 uur geopend. Op maandag, vrijdag en zondag is het Maritime Museum gesloten.
Fort Beekenburg
Als men het op Curaçao heeft over ‘het kasteel’, dan bedoeld men daar Fort Beekenburg mee. Deze fortificatie stamt uit het jaar 1703, waarmee het tot de oudste bouwwerken van het eiland behoort. Het fort is aan de Caracasbaai gebouwd ter verdediging van het Spaanse Water. Dat is één van de kwetsbaardere plekken op Curaçao, omdat potentiële vijanden daar redelijk gemakkelijk het schip kunnen verlaten. Tegenwoordig heeft het fort geen enkele functie meer, behalve die van een historisch monument. De ronde toren, die nog aardig intact is, is het meest kenmerkende element van Fort Beekenburg.
Mikvé Israël-Emanuelsynagoge
Door de eeuwen heen hebben zich redelijk wat Joodse mensen gevestigd op Curaçao. Deze mensen zijn vanuit verschillende Europese landen op het eiland terechtgekomen. De eerste Joodse kolonisten kwamen in 1651 vanuit Nederland naar Curaçao. Acht jaar later stichtten ze de eerste Joodse gemeente op het eiland: Mikvé Israël-Emanuel. Vanuit deze gemeenschap is de Mikvé Israël-Emanuelsynagoge gebouwd. Deze Curaçaose synagoge is de oudste synagoge van heel het westelijk halfrond en mede daarom een belangrijke bezienswaardigheid in het hart van Willemstad. Het gebouw is van hout gemaakt, wat vooral aan de binnenkant te zien is. Een leuk feit is dat er in de synagoge het enige orgel ter wereld staat dat in een orthodoxe synagoge staat en daar tijdens de diensten gebruikt wordt.
Opvallend feit is dat de vloer van de synagoge uit zand bestaat. Volgens wikipedia heeft dit een drietal redenen:
De synagoge is vormgegeven naar het voorbeeld van het kamp in de Sinaïwoestijn tijdens de uittocht uit Egypte naar het Beloofde Land; het herinnert gemeenteleden eraan “hoe Joodse voorouders op het Iberisch schiereiland hun vloeren van hun geïmproviseerde gebedshuizen met zand bedekten, zodat hun voetstappen zouden worden gedempt”, en het symboliseert dat God tegen Abraham zei “Ik zal uw zaad vermenigvuldigen als de sterren des hemels en het zand dat aan de oever van de zee is”.